Bereid je eerst goed voor
Reinig de te solderen onderdelen grondig om oxidatie en vuil te verwijderen. Knip draden op de juiste lengte en strip indien nodig de isolatie. Verwarm de soldeerbout voor - maar wees voorzichtig! Hij kan erg heet worden. Voor je eigen veiligheid moet je op een hittebestendig oppervlak werken en een veiligheidsbril dragen.
Kies nu het soort soldeer en soldeer:
- Zacht solderen is geschikt voor elektrische apparaten en metalen met een laag smeltpunt (onder 450°C, meestal 180-250°C).
- Hard solderen vormt stabiele, thermisch veerkrachtige soldeerverbindingen (vanaf 450°C)
Verwarmen en soldeer toevoegen
Verwarm de soldeerbout en plaats de punt op de verbinding tussen de onderdelen. Houd het soldeer klaar en leid het naar het punt waar de warmte wordt toegepast. Het soldeer smelt en vloeit in de verbinding.
Let er bij printplaten op dat je de soldeerstift precies op het contactoppervlak plaatst en niet te veel soldeer gebruikt. Anders kun je per ongeluk naburige contactoppervlakken overbruggen.
Laat afkoelen en controleer
Verwijder het soldeer en de soldeerbout en laat de verbinding afkoelen. Na 10-20 seconden is alles uitgehard en kun je de verbinding controleren op sterkte en zuiverheid. Is er iets niet goed? Dan kun je de verbinding opnieuw verwarmen. Past alles? Knip dan eventuele uitstekende draden af om kortsluiting te voorkomen.
Desolderen met het juiste gereedschap
Er zijn twee manieren om soldeer te verwijderen: gebruik desoldeervlecht of een desoldeerpomp, die wordt meegeleverd met de PARKSIDE soldeerboutset.
Desoldeervlecht is een koperen vlecht gedrenkt in vloeimiddel dat soldeer absorbeert. U gebruikt het door het op het gesmolten soldeer te leggen en erop te drukken met de soldeerbout.
Als er nog soldeer in het gat zit, kun je het ook verhitten en eruit trekken met de desoldeerpomp. Klem het vast terwijl het soldeer vloeibaar is en laat het snel los om het op te zuigen.
